21 februari 2019

De jeugd “print” onze toekomst (in 3D)

Op 7 februari vond in Nijmegen de Groene Meesterproef plaats. Een evenement voor jongeren tussen de 12 en 14 jaar over duurzaamheid en duurzame beroepen. Ik mocht op deze dag een workshop over 3D printen en duurzaamheid verzorgen, samen met het ROC en een lokale leverancier van 3Dprintmaterialen. Maar liefst 120 leerlingen variërend van VMBO tot gymnasium niveau leerden over de wereld van 3D printen in vier workshops.

Met behulp van filmpjes lieten we zien hoe 3D printen in het bedrijfsleven wordt ingezet en welke voordelen dit heeft vanuit het perspectief van duurzaamheid. In de bouw bijvoorbeeld – een sector die wereldwijd verantwoordelijk is voor zo’n 5 tot 7% van de CO2 uitstoot – worden tegenwoordig bruggen en huizen met beton geprint. Voordeel hiervan is dat er minder restmateriaal over blijft, maar het scheelt ook enorm in de transportkosten van de vele verschillende materialen en mensen.

Een wereld te winnen met duurzaamheid

Ook in de zorgsector is er nog veel te winnen als het gaat om duurzaamheid. Er wordt veel materiaal en voedsel weggegooid en er wordt veel energie en water gebruikt. Bijvoorbeeld voor het verwarmen van de gebouwen en het wassen van grote hoeveelheden textiel (lakens, handdoeken, kleding, enz.). Natuurlijk lost het inzetten van 3D printers niet al deze problemen op, maar indirect wel een deel daarvan. Met 3D printers worden bijvoorbeeld hulpmiddelen gemaakt waarmee operaties sneller en/of nauwkeuriger uitgevoerd kunnen worden. Dit vermindert het aantal uren in de operatiekamer. Dit bespaart niet alleen energie, maar is vooral goed voor de patiënt. De hersteltijd is korter en de kans op complicaties kleiner. En dàt is dan ook weer duurzaam. Immers, hoe korter een patiënt in het ziekenhuis ligt, hoe minder textiel, voedsel, medicijnen en energie nodig is.

Tijdens de workshop keken we met de jongeren ook naar wat ze zelf kunnen doen. Bijvoorbeeld niet meteen iets nieuws kopen als er een onderdeel van een apparaat kapot is, maar het onderdeel vervangen. En als je dat onderdeel ook eens nog dicht bij huis zelf kunt (laten) maken met een 3D printer, dan wordt het pas echt duurzaam. Zeker als je gebruik maakt van gerecycled plastic. Ik heb een animatiefilmpje gemaakt om dit op een eenvoudige manier uit te leggen:

 

Voorraad kost onnodig geld

Economen weten het al jaren: Voorraad kost geld! Voor opslag van (reserve) onderdelen is ruimte nodig, die moet worden verwarmd en verlicht. Het grootste deel van de reserveonderdelen wordt na 10 jaar alsnog ongebruikt weggegooid. Om nog maar niet te spreken van de transportkosten en de milieuomstandigheden waarin deze onderdelen in eerste instantie zijn geproduceerd. Het aanhouden van een voorraad reserveonderdelen kost dus niet alleen veel geld, het is ook nog eens heel slecht voor het milieu.

Maar stel je toch eens een wereld voor waar je al je reserveonderdelen en eenvoudige producten dicht bij huis kunt laten maken! Wat een impact zou dit hebben op bijvoorbeeld de transport- en logistieke sector. Niet geheel toevallig pakt juist deze sector het initiatief om grote 3D print productielocaties in te richten waar onderdelen op verzoek geproduceerd worden op verschillende plekken in Europa en Amerika. In Duitsland opent binnenkort het eerste grote distributiecentrum waar reserve onderdelen op verzoek worden geproduceerd.

Gemotiveerde jongeren

Aan het einde van de workshop zagen de jongeren de 3D printer in actie. Ook maakten we ter plekke nieuw 3D printmateriaal (filament) van gerecyclede plastic korrels. De meeste scholieren verlieten na 50 minuten overtuigd en enthousiast de zaal. Toch denk ik dat het nog wel even zal duren voordat er in ieder huishouden een 3D printer staat…..