13 oktober 2020

RES-regio’s rondom Rotterdam gaan voor zon

Sinds het Parijse en het Nederlandse klimaatakkoord is de toon gezet wat betreft de duurzaamheidsambities in Nederland. In landelijk, regionaal en lokaal beleid wordt de weg ingezet naar 49% vermindering van de CO² uitstoot ten opzichte van 2030. Bij deze doelstelling hoort ook een regionale opgave. Om 49% vermindering in de CO² uitstoot mogelijk te maken, zijn sinds 2018 30 RES-regio’s op pad gestuurd met de gezamenlijke opgave om in 2030 35 TWh aan grootschalige opwek te realiseren. Daarvoor heeft elke RES-regio voor 1 oktober een bod ingediend, dat bestaat uit een aandeel wind en een aandeel grootschalig zon.

Inmiddels heeft elke regio haar concept-RES af en kunnen we de eerste balans opmaken. Opvallend is daarbij dat veel regio’s de voorkeur lijken te geven aan zon (op land én dak) boven wind als het gaat om nieuwe productie (dus bovenop gerealiseerde projecten en bestaande plannen).

Ook in de zuidelijke Randstad maken veel RES-regio’s de keuze voor meer zon. Doordat de ruimte beperkt is, hebben regio’s hoge verwachtingen van grootschalige installaties van zonnepanelen op daken. Daar lijkt veel potentie te liggen, maar lang niet alle daken zijn er zomaar geschikt voor. Juist op de grote daken zijn er problemen met dakconstructies die het gewicht van zonnepanelen niet kunnen dragen en is aansluiting op het net soms lastig. En ook al lukt het om veel daken vol te leggen met zonnepanelen, dan nog is het niet genoeg om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te halen. Grootschalige opwek is dus nodig en ook daarbij maken de regio’s in de zuidelijke Randstad vaak de keuze voor nieuwe zonneparken in plaats van nieuwe windturbines. Maar wat betekent die keuze eigenlijk voor de regio?

Wat betekent de keuze voor meer zon op land voor de Rotterdamse regio?

Waar windturbines eigenlijk alweer oud nieuws zijn, is de ontwikkeling van zonneparken vrij recent. Dat betekent ook dat veel gemeenten er nog niet eerder mee te maken hebben gehad, maar in de afgelopen jaren wel zijn overspoeld met aanvragen om (vaak in het buitengebied) zon te ontwikkelen. Van zonneparken hoor je vaak dat deze minder ruimtelijke impact hebben dan windturbines. Waar je bij wind alleen locaties en zoekgebieden aanwijst, heb je bij zonneparken ook echt wat betreft de landschappelijke inpassing nog wat te kiezen. Daarvoor is het wel belangrijk dat de gemeente als bevoegd gezag de juiste kaders meegeeft. En waar gemeenten in het oosten, noorden en het zuiden van het land al vaak zonbeleid hebben vastgesteld, is dit juist in de zuidelijke Randstad nog niet het geval. In gemeenten waar zonbeleid ontbreekt, blijven aanvragen lang liggen of worden zonneparken op onzorgvuldige wijze ontwikkeld. Juist de ontwikkelingen waarbij de meerwaarde voor de omgeving of natuur achterblijft, zorgen ervoor dat de weerstand tegen zon op land toeneemt.

Goed zonbeleid kan dit voorkomen. Maar wat is goed zonbeleid? Er zijn veel verschillende aanpakken. Sommige gemeenten hebben een maatwerkaanpak, er zijn gemeenten die een zonneladder hanteren naar het landelijke voorbeeld en gemeenten die in eigen beheer zonneparken ontwikkelen. Kortom, er is nog voldoende te kiezen.

Bij BEECKK willen we verder. Meer zon op dak en tegelijkertijd goed beleid voor zon op land. Daarom gaan wij in de komende periode op zoek naar succesverhalen over zonbeleid en zonprojecten in de regio Rotterdam en omstreken. Willen we in gesprek gaan met gemeenten om te leren, te begrijpen en te delen. Want alleen door samen in gesprek te gaan over knelpunten en kansen komen onze RES ambities binnen handbereik.